Meri heeft haar baantje op aarde opgegeven om te werken als wetenschapper op Luk-Oie. Ze is nog maar tien dagen op de buitenaardse planeet, waar een speciaal wit zand wordt gebruikt voor energiewinning, wanneer ze kennis maakt met de lokale bevolking.

Tegen haar wil, maar zonder keus, wordt haar leven vervolgens op de kop gezet door twee kleine meisjes, een norse militair en een wet die van haar in een klap een vluchteling maakt.

Kan ze haar weg vinden op een wereld waarvan ze de taal niet kent, tussen een bevolking die de mensheid het liefst weg wil hebben en naast een man die zorgt voor vlinders in haar buik?