In dit boek vindt voor het eerst een herwaardering plaats van M.J. Granpré Molière, student, hoogleraar, stedenbouwkundige, architect, publicist en bestuurder. Door de verschillende rollen in samenhang te zien ontstaat zicht op zijn verrassende en nieuwe visie op stedenbouw en architectuur. Zijn invloedrijke denkbeelden zijn stevig verankerd in de cultuur van de 20ste eeuw welke hij onmiskenbaar mee heeft geholpen te definiëren. In de periode van verhoogde aandacht voor het wonen in het kader van de volkshuisvesting beoogde hij een menselijke architectuur en stedenbouw op basis van de eigentijdse stedelijke cultuur. De context waarbinnen dat plaats vond, die van de TH Delft, speelde een belangrijke rol.
Amsterdam heeft de Beurs, Rotterdam heeft Vreewijk. De betekenis van het icoon Vreewijk, de legendarische woonwijk in Rotterdam Zuid, is nu voor het eerst veel beter te duiden.
Het bombardement van Rotterdam vernietigde veel archiefmateriaal. Om deze leemte te vullen heeft de auteur de nodige kennis weten te vergaren uit een bonte waaier van informatie afkomstig uit archieven, interviews met oud-studenten — waaronder een interview met Dom Hans van der Laan — en gebouwde parallellen in Duitsland en Italië die het werk van deze voor de Nederlandse architectuur- en stedenbouwgeschiedenis zo belangrijke architect in een internationaal daglicht stellen.