Waar ratten en muizen voorheen ziekten overbrachten zijn nu de vliegende ratten (vleermuizen) de veroorzaker van een pandemie met corona virus, afkomstig van opgehokt wildlife op markten waar deze dieren verkocht worden.

De eerste pandemie was een bacteriepandemie, de builen- en longpest in de vroege Middeleeuwen (14e eeuw), tengevolge van het roosteren en verhandelen van steppemarmotten vanuit Mongolië. De longpest doodde 50% van de Europese bevolking in de 14e eeuw. De Spaanse griep van 1914 was een viruspandemie. Het Influenza A(viaire)-virus veroorzaakte een griepepidemie in Fort Riley, Kansas, USA. In dit fort fokten ze kippen en varkens voor de soldaten. Een kok is mogelijk besmet met het virus. Door mutatie was het virus in staat besmetting van persoon tot persoon te veroorzaken. Via de troepentransporten van WOII werd het influenzavirus (H1N1) naar Europa overgebracht met miljoenen doden tot gevolg. Een volgend pandemie (WHO 1980) was de HIV-1 viruspandemie tengevolge van het consumeren van chimpansee bushmeat. Sindsdien heeft HIV/AIDS naar schatting 65 miljoen infecties en 25 miljoen sterfgevallen tot gevolg gehad. Vooral in Afrika. Hierna volgde de Ebola virus pandemie, ook door de consumptie van bushmeat en gedroogde vleermuizen.