Dit boek over de belevenissen van Eve speelt zich af in 1948 en is een eenmalig vervolg op de twaalfdelige reeks De Oorlog van Eve – Heldinnen van de SOE. Lees over het verleden van Eve, over de problemen waar ze nu mee worstelt en over haar verwachtingen voor de toekomst. "Ik ben hier," zei ik, "omdat Cunningham wil dat ik op zoek ga naar Kriminalrätin Gisela Winter. Hij werkt tegenwoordig voor een nieuwe afdeling, heel geheimzinnig allemaal." Guy keek me met gefronste wenkbrauwen aan. "Willen ze haar hier hebben voor de oorlogstribunalen?" "Dat is wat hij zei, maar ik heb het vermoeden dat zijn beweegredenen verder gaan dan haar oorlogsmisdaden." "Waarom denk je dat?" vroeg Guy. "Cunningham toonde weinig interesse in Gisela Winter toen wij terugkeerden uit Frankrijk; ze stond toen niet hoog op zijn prioriteitenlijst. Ik denk dat er in de afgelopen drie jaar iets naar boven is gekomen, iets dat de aandacht heeft getrokken van Cunningham en zijn nieuwe afdeling. Misschien gaat het om iets dat te maken heeft met oorlogsmisdaden, of misschien gaat het om andere aspecten van Gisela's leven." "Waar ga je de zoektocht beginnen?" vroeg Guy. "Marseille," zei ik. "Je gaat praten met Michel en met leden van de Résistance?" "Ja." Guy aarzelde even. Hij keek haar bezorgd en onthutst aan. Toen vroeg hij, "Wil Michel jou nog steeds terug?" "Ja," zei ik. "Wat vind je daarvan?" Ik staarde naar de muur in de greppel. Alleen de fundamenten stonden er nog. Toch was het opmerkelijk dat het bouwwerk er na tweeduizend jaar nog steeds stond. Ik vroeg me af of de gebouwen uit onze tijd ook zo lang zouden blijven bestaan. "Houd je nog steeds van hem?" vroeg Guy. Ik wendde me tot Guy en terwijl ik hem diep in zijn ogen aankeek zei ik, "Jij bent de man van wie ik houd."