Welkom op de Koninklijke Militaire Ruiteracademie, waar alleen de meedogenlozen overleven.

De twintigjarige Ainsley Niemandsnaam is een niemand. Ze is minder dan niets. Gewoon weer een anoniem weesmeisje dat steelt om haar pleegbroers en -zussen te voeden. Wanneer drie mannen haar van de straat plukken en het bos in sleuren, weet ze dat het einde is gekomen.

Tot zij verscheen.

Schubben in de kleur van vlammen en zwavel, een draak valt uit de hemel en redt haar. En daarmee wordt de heilige band tussen ruiter en draak gesmeed...

... en staat haar executie vast.

In Adalinda is er één wet die boven alle andere staat. Elke burger die een band aangaat met een draak, wordt ter dood gebracht.

Zonder andere keuze claimt Ainsley de enige koninklijke bloedlijn die niet kan worden getraceerd. Het Koninklijk Huis Boreen, dochter van de vermiste koningin Kisandra en erfgename van de troon van Adalinda.

Wat begint als een simpel plan om haar leven en haar draak te redden, wordt allesbehalve dat. De macht achter de troon zal niet buigen voor een mysterieus straatkind dat uit het niets is verschenen, en zijn naam is Dominic Roark.

De knappe, machtige, tergende en plagende Dominic wil haar dood. Hij wil de draak die ze van hem heeft gestolen. Hij wil de troon die zij als haar geboorterecht heeft opgeëist.

Hun vijanden worden sterker, driester en komen steeds dichterbij. Met elke aanval vanuit de schaduwen brengen ze Adalinda op de rand van een oorlog die het koninkrijk niet zal overleven.

Maar Dominic... zijn oorlog is met haar.