Een verrader op vrije voeten. Een samenzwering onthuld. Een koninkrijk op de rand van oorlog.

De strijd om Klomm is gestreden en graaf Olgris zit gevangen. Maar veel vragen blijven onbeantwoord—en zoals gewoonlijk is de vrouw met alle antwoorden spoorloos verdwenen. Nieuwe vermoedens steken de kop op, en zelfs de betrokkenheid van de Grootmagiër komt in twijfel. Terwijl het leger zich opmaakt om op te rukken, vraagt koning Vashean zich af hoe ver hij zal gaan in naam van de vrede.

Verzwakt maar vastberaden komt Kerstin tevoorschijn uit de schaduwen en verstrikt Sir Gilkrist in een gevaarlijk plan—een zoektocht die hen dwars door het rijk zal voeren, diep het territorium van haar vijanden in, op weg naar de bron van haar macht... én haar idiote nichtje.

Intussen moet Hinkle, hoog in de bergen van Kodzir, haar eigen beproevingen doorstaan. Ze dwaalt door de duistere gangen van een nachtmerriekasteel, op zoek naar de oorsprong van de betovering die haar in haar greep houdt—en die haar verhindert te vluchten. Maar niets is wat het lijkt, en zelfs de kerkers van Stel' Calghād dragen de sporen van Kerstins geheimen.

Terwijl Hinkle de ware omvang van haar tante's verraad ontdekt, begint ze te beseffen hoe ver Kerstin bereid is te gaan voor macht.

De vraag is alleen... wat zal ze doen als ze die macht terugkrijgt?