Een geheimzinnige briefschrijver.
Een oorlogsmoe land.
Een verbond gesloten op het altaar van de hel.

Behalve een paar vage herinneringen aan haar moeder, is het klooster het enige leven dat Kerstin ooit heeft gekend. Maar wanneer ze een uitnodiging ontvangt om in dienst te treden bij de hertog van Klomm, krijgt ze eindelijk de kans om het leven buiten de abdij te ontdekken.

Alleen is de werkelijkheid heel anders dan ze had gedacht.

Als lokaas in een gevaarlijk undercoveronderzoek moet Kerstin balanceren op een vlijmscherp mes. En met de Kerk die haar op elke stap volgt, kan één misstap haar terugbrengen naar het klooster—of erger nog, op de brandstapel doen belanden. Om nog maar te zwijgen over de hertog, die haar zonder pardon van de brug zal gooien zodra ze haar nut verloren heeft. En dat is als de meest duistere magiër van het land haar niet eerst de vergetelheid in blaast.

Er is nergens om naartoe te vluchten. Niemand om te vertrouwen. En nu het onderzoek een sinistere wending neemt, begint Kerstin zich af te vragen aan welke kant ze eigenlijk staat.

De vraag is: kan ze de macht grijpen voor zichzelf...
of wordt ze binnenkort met haar gezicht naar beneden uit het kanaal gevist?