Dit is een essentieel werk om de dilemma's en mogelijkheden van het hedendaagse urbanisme te begrijpen, in het licht van de milieu-, sociale en economische transformaties die steden in de 21e eeuw vormgeven. Met een kritische, interdisciplinaire en actuele benadering onderzoekt het boek twee van de belangrijkste drijvende krachten van stedelijke verandering: de toenemende toepassing van duurzame praktijken in de vastgoedsector en de opmars van gentrificatie in grote stedelijke centra.

Op basis van nationale en internationale casestudy's, solide theoretische analyses en multidisciplinaire referenties, onderzoekt dit werk de impact van groene bouw, milieucertificeringen (zoals het LEED-label), publiek duurzaamheidsbeleid, opkomende stedelijke technologieën en marktinstrumenten op de inrichting van stedelijke gebieden. Tegelijkertijd onthult het de sociale gevolgen van vastgoedwaardestijging en de verdrijving van kwetsbare bevolkingsgroepen, en stelt het alternatieven voor op basis van ruimtelijke rechtvaardigheid, sociale inclusie en het recht op de stad.

Onmisbaar voor onderzoekers, stedenbouwkundigen, architecten, stadsplanners, beleidsmakers en studenten in geografie, stedelijke sociologie, economie en stadsrecht, verbindt dit boek theorie en praktijk om na te denken over slimme steden, duurzaam urbanisme, sociaaleconomische uitsluiting, stedelijke herontwikkeling, sociale huisvesting, wooncoöperaties en de rol van technologische innovaties bij het herontwerpen van de toekomst van metropolen.

Met een duidelijke structuur en kritische onderbouwing biedt dit boek een omvattend overzicht van de uitdagingen en kansen die voortvloeien uit de samenvloeiing van milieuduurzaamheid en de druk van de vastgoedmarkt, en stelt het wegen voor naar een ethischer, evenwichtiger en inclusiever stedelijk beleid.