De retorica is een van de meest invloedrijke vaardigheden in de geschiedenis, in staat om samenlevingen te vormen, denkbeelden te transformeren en leiderschap te versterken. Dit boek biedt een uitgebreide studie over de fundamenten, technieken en filosofie van retoriek, waarbij de evolutie van de Oudheid tot de uitdagingen van communicatie in het digitale tijdperk wordt onderzocht.

Gebaseerd op de leer van Aristoteles, Cicero en Quintilianus, analyseert dit werk de essentiële principes van overtuiging, waaronder ethos, pathos en logos, en beschrijft strategieën die een toespraak effectiever en impactvoller maken. Het behandelt de vijf canons van de retoriek – inventio, dispositio, elocutio, memoria en pronuntiatio – evenals de belangrijkste argumentatieve structuren, de rol van lichaamstaal, de impact van stemgebruik en de uitdagingen van improvisatie en memorisatie.

Naast de techniek neemt de ethische en filosofische reflectie een centrale plaats in, waarbij de grenzen tussen overtuiging en manipulatie, de rol van de rede in de opbouw van het denken, en de invloed op de vorming van de publieke opinie worden besproken. In de hedendaagse context, waarin communicatie wordt bemiddeld door sociale netwerken, kunstmatige intelligentie en gefragmenteerde toespraken, onderzoekt dit boek hoe de retorica zich aanpast aan nieuwe vormen van interactie en welke uitdagingen zij in het digitale tijdperk tegenkomt.

Dit werk is een essentiële gids voor wie de kunst van het spreken wil begrijpen en beheersen, een overtuigende communicatie wil ontwikkelen en woorden in invloed wil omzetten.