De roman gaat voornamelijk over de moeizame liefdesrelatie tussen twee jonge mensen: Efraín, een boer in de Cauca-regio, en María, zijn geadopteerde zus. Dit liefdesverhaal speelt zich af op een prachtige plek in Colombia.

Het verhaal van de roman volgt María en Efraín en hun perfecte liefde. De plaatsen waar dingen gebeuren worden ook beschreven: de natuur in Cauca en het uiterlijk van de boerderij genaamd El Paraíso. Zo ontstaan drie omgevingen, allemaal echt maar op een speciale manier gezien. Het is als een reis door een nostalgische wereld die liefde en plaatsen magisch laat lijken. Het einde van het verhaal verandert het beroemde oude verhaal van de Hof van Eden. In dit geval betekent het het verlies van het huis, de geliefde en het prachtige landschap.

Naast dit hoofdverhaal zijn er ook veel korte verhalen met elkaar verweven. Vele gaan over liefde, net als de liefde van Maria en Efraïm, en spelen zich af in dezelfde wereld.